Enig gemijmer aangaande 'Het geslacht Carrière'


Nog even over de nummering, hoe zit dat ook al weer?
Alle Cs in Nederland hebben een nummer dat begint met 1152 552, het nummer dat terug voert naar Johan Daniël, de man die in 1762 Nederlander werd.

Zo is mijn C-nummer 1152 5523 1261 1. Mijn naamgenoot uit Winterswijk heeft als C-nummer 1152 5522 2162 3.

Eerste graads familie zijn ouders en kinderen, tweede graads zijn grootouders en kleinkinderen en zo verder.
P.Th. uit W. en ik zijn familie van elkaar in de twaalfde graad. Ons gemeenschappelijk eerste cijfer is de tweede 2: onze voorouders zijn twee kinderen van dé Johan Daniël.
Ondanks het feit dat we dezelfde naam hebben, zijn we binnen de Nederlandse Cs zo ver van elkaar verwijderd als maar mogelijk is.

Theoretisch is de afname in het genetisch materiaal 50% per graad.
De afstamming levert het volgende rijtje graden met daaraan gekoppelde percentages op:

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
50
25
12,5
6,25
3,125
1,563
0,781
0,391
0,195
0,098
0,489
0,024
0,012
0,006
0,003

Alles berekend tot 13 decimalen doch voor het gemak afgerond op 3 (je moet toch wat).

Als ik naar mezelf kijk en m'n ouders heb ik het idee dat ik voor 98% het materiaal van m'n vader bezit en slechts voor 2% dat van m'n moeder. Een zelfde soort idee heb ik bij m'n zoon: die verhouding lijkt eerder op 95% dat van mij en 5% procent van zijn moeder (deze overpeinzing zal me wellicht niet in dank worden afgenomen - soit - het zij zo).
Oftewel, volgens bovenstaand rijtje heeft m'n zoon 25% van het erfelijk materiaal van mijn vader, in mijn gedachtengang is dat echter ruim 93%.
Tsja, maak dat wetenschappelijk maar eens hard...

Terug naar de theorie.
De mens bezit zo'n slordige twintigduizend genen.
Dat betekent dat mijn naamgenoot en ik zo'n 12 genen gemeenschappelijk hebben. Dat is overigens precies net zo veel als ik gemeen heb met Pierre 11 ( = < 1607) uit Vergèze. Rijst natuurlijk (bij mij in ieder geval) de vraag: wat zijn dat voor genen? Uiteraard niet de naam en het geslacht, maar wat dan wel?

Vorig jaar heb ik het genoegen gehad om een flink aantal naamgenoten te mogen spreken.
Dat was een vrolijke bedoening.

Een C is wel in voor een geintje.
En 'n C mag ook graag verhalen vertellen en deinst volgens mij ook niet terug als hij/zij moet 'optreden'. Om eens wat te noemen: spreekbeurten op middelbare school deed ik - zonder enig gehakkel en zonder gespiek op een blaadje - losjes uit het hoofd; ik hoefde slechts wat met de pols te schudden en het voorbereidde verhaal kwam soepel uit de mouw.

Humor en verhalen vertellen.
Of dat alles in één gen zit, geen idee, lijkt me niet.
Het is wél iets wat kennelijk in de familie zit.

Dat mag best gevierd worden.
Vandaar de link naar de volgende pagina, het resultaat van ruim tien jaar smurfen over het Internet.
Een beetje rappe I-verbinding is wenselijk.
Indien niet aanwezig zul je een beroep moeten doen op 'n volgens mij ontbrekend C-gen:
geduld.

T'amuse toi.